Hoe duid je de crisis?

Hoe duid je de crisis?

"Daar kon je op wachten, we hebben de boel ook mooi verkloot met z’n allen. En of we er van leren? Ik heb er een hard hoofd in!" Deze woorden van een vriend brachten ds. Bert Karel Foppen aan het denken. Over deze Coronatijd. Over crisis en vertraging.

"‘Daar kon je op wachten, we hebben de boel ook mooi verkloot met z’n allen. En of we er van leren? Ik heb er een hard hoofd in!  We hamsteren kontpapier terwijl we de mensen in Syrië en de miljarden sprinkhanen in Afrika vergeten’

Nee, het zijn niet mijn woorden. Ze komen uit de mond van mijn onkerkelijke vriend die me opbelde om te vragen hoe het is met een dominee in Coronatijd.

Het land is in de greep van Corona. Natuurlijk terecht, want we maken een grote crisis mee. Het sociale leven ligt plat, het economische verkeer staakt en we leven bij de dag. Wat gaat de toekomst brengen? Wie zal het zeggen. Er sterven mensen. Het is de vraag of onze IC’s dit allemaal gaan aankunnen. Ernstig! Ja, natuurlijk heeft deze crisis ook andere kanten: We gaan meer naar elkaar omkijken… en hopelijk ook weer eens echt het gesprek aan. We gaan lezen. We vertragen. De Belgische psychiater Dirk de Wachter stelt dat de vertraging waarnaar we verlangen ons nu wordt opgelegd. Deze ‘corona- gevolgen’ duid ik wel als voordelen. Zullen ze blijvend zijn? 

De crisis duiden is moeilijk. (Waarom willen we dat trouwens zo graag? Is dat niet toch om er weer een beetje grip op te hebben? En waarom willen we die grip?)  Is het een oordeel van God, zoals sommige dominees stellen? Zo ja waarover dan? Ja, over de zonde! Over welke zonde dan? En wat heeft het in dit verband te zeggen dat het een crisis op wereldschaal is? Is het dan een oordeel over de hele wereld? Of is dat allemaal te groots gezegd en is het ‘gewoon’ één van de vele epidemieën die de planeet eens in de zoveel tijd meemaakt? Eerlijk is eerlijk: de vraag naar de hand van God is en blijft wel een goede vraag. Hij is het toch Die regeert in oordeel en genade? Tegelijk blijft staan dat een enkelvoudige duiding van de werkelijkheid –van welke soort dan ook- vaak té eenvoudig, té simpel is. Leert juist de lijdenstijd ons geen meervoudigheid? De kruisiging van Jezus is naar de raad van God, maar is ook een daad van zelfovergave van Jezus. Tegelijk gebeurt het allemaal ook niet buiten de menselijke verantwoordelijkheid en schuld om. Zelfs de satan blaast een listig partijtje mee.

Hoe dan ook. Deze crisis blaast ons maakbaarheidsdenken volledig omver… dat is echt wel een les! Zeker voor ons ‘dwazen uit het westen’.

En ja, ook de woorden van mijn vriend blijven door mijn hoofd gaan. ‘We hebben de boel ook mooi verkloot met zijn allen.’ Waar hij aan dacht? Aan al dat gevlieg van ons… aan de Argentijnse biefstukken die we eten, aan de mateloosheid en het egoïsme van het Wilde Westen. We vernietigen onszelf. Over een oordeel van God hoor ik hem niet, of het moet zijn dat we het oordeel zelf voltrekken.  Hij stelde met zijn opmerking over ons ‘kontpapier en vergeetachtigheid’ ook onze kortzichtigheid en hebberigheid aan de orde!

Laten we Lesbos niet vergeten, en Syrië, en Afrika… en vul maar in. Er is een zuchtende schepping!  

We weten ons geroepen tot praktische hulp. (www.nietalleen.nl)

We weten ons geroepen tot gebed.

Tot voorbede voor alle mensen die geroepen zijn om beslissingen te nemen.

We bidden dus om wijsheid. 

Tot voorbede voor alle mensen die werken in de zorg.

We bidden dus om moed, kracht voor lichaam en geest.

Maar hebben we ook geen schuld te belijden? Ons te verootmoedigen?

En zijn we juist als kerk ook niet geroepen om dit ‘plaatsvervangend ‘ te doen. Is er helemaal niets te biechten als het gaat om ons gedrag, onze levensstijl, onze hoogmoed en hebzucht?

En verder? Laten we leren van de nuchterheid van Luther. Hij maakte één van de vele pestepidemieën mee en schreef:

Sommigen weigeren om medicijnen in te nemen, en mijden geen plaats of persoon waar hun aanwezigheid niet is vereist. Zó gaat het niet goed lieve vrienden! Gebruik de medicijnen, neem en doe wat zou kunnen helpen, ontsmet je huis, tuin en straat. Mijd ook personen en plaatsen, waar je naaste je niet nodig heeft. En gedraag je als iemand die graag een grote stadsbrand wil helpen blussen. Want wat is de pest anders dan een vuur, dat geen hout en stro, maar lichaam en leven opvreet.

Ik zal God bidden dat Hij ons genadig wil bewaren en beschermen. Dan wil ik ook helpen met het uitroken, de lucht in huis verversen, medicijnen geven en nemen, én plaats en persoon mijden waar men mij niet nodig heeft, opdat ik mijzelf niet zal verwaarlozen en bovendien ook anderen zou aansteken en besmetten, en dat ik zó door mijn nalatigheid de oorzaak van andermans dood zou zijn.

Wil God mij echter wegnemen, dan zal Hij mij wel weten te vinden. In dat geval heb ik toch gedaan wat Hij wilde dat ik zou doen, en ben ik niet schuldig aan mijn eigen dood of aan de dood van andere mensen. Waar echter mijn naaste mij nodig heeft, wil ik geen plaats of persoon mijden, maar onbezorgd gaan en helpen zo goed ik kan, zoals al eerder is gezegd. Kijk, dat is een echt godvrezend geloof, dat niet roekeloos of vermetel is, en God ook niet verzoekt.'


Zo zoeken we als christenen een weg, schuldbelijdend, voorbiddend, nuchter en praktisch, maar toch ook verlangend en biddend om de doorbraak van Gods koninkrijk. En laten we het zo blijven uitzingen…

W.b. dat blijven uitzingen. Hier een paar mooie liederen:

1) Een kinderlied dat nooit kinderachtig is:  ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.

2) Een lied uit de schat van de kerk, het is gedicht door Paul Gerhard die als geen ander weet had van ellende en pijn. Hij verloor op jonge leeftijd zijn beide ouders en leefde te midden van pest en oorlog. Velen ( oa Dietrich Bonhoeffer) hebben zich door dit lied, door de God van dit lied, getroost geweten!"

Ds. Bert Karel Foppen is predikant van de Hervormde wijkgemeente Bethlehemkerk.
 

terug